F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
Anatomie van een zelfmoord in extreem lege omgevingHANS BEEREKAMPEen moderne verfilming van Goethes 'Die Leiden des jungen Werthers' is de film, die Jacques Doillon Le jeune Werther noemde, eigenlijk niet. De roman over zelfmoord wegens een onmogelijke liefde, die eind achttiende eeuw veel navolging vond, gaat wel van hand tot hand onder de jonge pubers in een anonieme Franse stad, maar je ziet er nooit iemand in lezen. Boeken vormen vandaag de dag nu eenmaal niet meer een belangrijke informatiebron of inspiratie voor jongeren. Het feit dat er een boek geschreven is over iets dat ook in hun directe omgeving gebeurd is, biedt op zichzelf al genoeg troost. Doillon, die in zijn ernstige en kale films vaak kinderen en pubers de hoofdrol schenkt, laat zijn personages dit keer eindeloos veel praten. Vooral de toon is zeer goed getroffen, ook al kun je het vlak uitspreken van de teksten door de niet-professionele spelertjes nauwelijks acteren noemen. Het meest lijkt de stijl van Le jeune Werther nog op die van Bresson, bij voorbeeld in Le diable probablement. Is Bresson meer geïnteresseerd in handelingen, in gestes en in het noodlot dan in psychologie, Doillon analyseert wel degelijk wat er omgaat in de hoofden en harten van 15-jarigen. Zij trachten wanhopig te begrijpen waarom een klasgenoot, ene Guillaume die nooit in beeld verschijnt, een einde aan zijn leven gemaakt heeft. Moeten zij zich schuldig voelen dat ze het niet hebben zien aankomen? Of moet iemand anders verantwoordelijk gesteld worden: de leraar die hem onrechtvaardig behandelde, of de onbekende blondine die niet begreep dat Guillaume een verliefde obsessie voor haar koesterde?
Alle mogelijkheden worden tot in het uiterste besproken, doorgeredeneerd, nagevoeld. Dat gebeurt met de zuivere ernst en de weigering om genoegen te nemen met voor de hand liggende vanzelfsprekendheden, die deze leeftijdsfase kenmerkt. In dat opzicht is Le jeune Werther een mooi groepsportret. De film staat ver af van de normale dramatische opbouw van een speelfilm; zelfs de ook in jongeren en hun wanhoop gespecialiseerde Eric Rohmer is een kokette en behaagzieke naturalist vergeleken bij de ascetische drammerigheid van Doillon. Diens film fascineert door de extreme, lege vorm, die daardoor ruimte biedt voor het observeren van de motoriek van de 'acteurs' en hun even lege omgeving. Het is een academische waardering, want eigenlijk word ik warm noch koud van de hele onderneming.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |