F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
Grote mensen-problemen van plattelandskinderenDoor Joyce RoodnatStadskinderen, en in Nederland zijn de meeste kinderen stadskinderen, zijn gewend aan een tamelijk strikte scheiding tussen hun leven en dat van de grote mensen. Een film als No Worries van de Australische cineast David Elfick kan dan ook juist voor hen spannend zijn, omdat ze erin zien hoe volwassen het kinderleven op het platteland is, zeker op het uitgestrekte Australische platteland. Kinderen maken er op een vanzelfsprekende manier deel uit van de grote mensen-wereld. Ze nemen deel aan het bedrijf van hun ouders, zijn betrokken bij de verzorging van de dieren. Ze draaien mee door hun moeder bij te staan in de moestuin, door de knecht te helpen met laden en lossen en door hun vader gezelschap (en wakker) te houden op een lange tocht met de vrachtwagen. De elfjarige Mathilda bestuurt, net met haar neus boven het stuurwiel uit, een oude auto en rijdt met de tractor - en waarom ook niet: de afstanden zijn gigantisch en in haar omgeving is het zo leeg dat ze niemand in gevaar brengt. Mooi voor kinderen navoelbaar toont Elfick hoe plattelandskinderen als Mathilda op eenzelfde vanzelfsprekende manier weet hebben van de zorgen van de grote mensen. Ze formuleren er hun eigen antwoord op: de vader van een klasgenoot gaat failliet en de kinderen beginnen het zoontje van de plaatselijke bankier die dat heeft laten gebeuren ongenadig te pesten. Hier doemt ook de afgrond op tussen kinder- en volwassenwereld. De kinderen maken zich net zulke immense zorgen als de grote mensen, maar hun bekommernis geldt direct zichtbaar leed als verdorstende schapen en ouders die niet meer kunnen lachen. Over kelderende wolprijzen, starre kredietgevers en fatale overheidsmaatregelen laat Elfick ze continu horen klagen en zuchten, maar vatten doen ze het niet, en dat geldt zowel voor de kinderen in de film als voor het volkje dat ernaar zit te kijken.
Spannende gebeurtenissen, zoals een wervelstorm of de verliefdheid van de juf, verdringen onduidelijkheden. Maar wanneer ook Mathilda's ouders failliet gaan, verliest No Worries zijn toegankelijkheid. De handeling verplaatst zich naar Sydney en plotseling speelt de verstrengeling tussen kinder- en volwassenenwereld geen enkele rol meer. Elfick vertelt de rest van zijn verhaal meer dan hij het verfilmt en slaagt er niet langer in de theatrale herkomst van zijn materiaal te vertalen. Fragmentarische toneelscènes stapelen zich op en de greep op de personages gaat verloren. In de stad dient zich een macht aan kinderleed aan die een aparte film zou vergen om te worden uitgespit. De filmstijl, die tot nu toe werd bepaald door de glorie van weiden, lucht en ruimte maakt plaats voor een slordig documentair allegaartje. De vader en moeder van Mathilda worden clichématige wezens en Mathilda zelf is niet meer de heldere spil van wat we zien, maar een kwijnend figuurtje met geheime gedachten. Ineens zijn kwesties als racisme, werkeloosheid en woningnood aan de orde, terwijl we in een subplot deelgenoot worden gemaakt van de angstvisioenen van een Vietnamees bootvluchtelingetje. Mathilda gaat bijna kapot in de stad, maar wordt gered. Door een wonder.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |