U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    F I L M A R C H I E F  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE

  OUDE NUMMERS  
  FILMARCHIEF  
  DOSSIER OPSPORING  
  DOCUMENTATIESERVICE  

T I T E L : El Sol del Membrillo (De zon van de kweepereboom)
R E G I E : Victor Erice
M E T : Antonio López, Maria Morena, Enrique Gran

Afstandelijke documentaire van Victor Erice over kunst en werkelijkheid; Een schilder en een boom van niks

BIANCA STIGTER
Op de binnenplaats van een huis in Madrid staat een miezerige boom, een boom van niks, de stam zo dun als een wijsvinger, de de top nog niet veel hoger dan een mens. Hij draagt wel vrucht: gele joekels tussen sappig-groene spitse blaadjes. Deze kweepereboom en het zonlicht dat hem beschijnt besluit aartsrealist Antonio López Garcá (1936), in Spanje vooral om zijn stadsgezichten beroemd, in de herfst van 1992 te gaan schilderen. De eerste minuten van de aan dit project gewijde documentaire El Sol del Membrillo zijn onuitstaanbaar spannend voor wie nog nooit een schilder aan het werk heeft gezien. Commentaar ontbreekt; er is alleen de schilder en zijn boom. Sommige handelingen verklaren zichzelf als ze eenmaal zijn uitgevoerd, zoals de twee spijkers die López vlak naast de boom in de grond hamert. Hij zet zijn voeten er tegen aan en verankert zo voor een paar maanden zijn perspectief. Maar de witte streepjes die López elke dag op de vruchten zet blijven lang een raadsel.

El Sol del Membrillo is de derde grote film van Victor Erice, die eerder de speelfilms De geest van de bijenkorf (1973) en El Sur (Het Zuiden, 1983) maakte. Vergeleken bij deze twee produkties lijkt het onderwerp van de nieuweling weinig opzienbarend. Man schildert boom en dat is dat. Maar zo eenvoudig is het niet. De schilder is niet zomaar een schilder en zijn boom is niet zomaar een boom. Erice maakte met de passie van de schilder als basis een afstandelijke film over kunst en werkelijkheid. Het is een geraffineerde documentaire, want uiteindelijk blijkt niet alleen de schilder-, maar ook de filmkunst onderwerp te zijn.

El Sol del Membrillo is dus geen geijkt portret van een schilder. Erice blijft steeds op grote afstand van het schilderij. López schildert secuur, elk blaadje, elke vrucht, stuk voor stuk worden ze op het doek geïmiteerd. Maar hoe dat precies gaat, blijft ongezien. De camera gaat bij voorbeeld nooit heen en weer tussen de vrucht die López ziet en de vrucht die hij schildert. Of López een goed of een slecht schilder is, doet eigenlijk niet ter zake.

Terwijl López onverstoorbaar staat te schilderen veroorlooft Erice zich soms een uitstapje; naar de wolken, naar de omgeving, een troosteloos in beeld gebracht Madrid, naar de Poolse bouwvakkers die het huis van López aan het verbouwen zijn. Door deze stuccende en metselende Polen vestigt de regisseur nog eens extra de aandacht op het ambacht van de schilder. López is een routinier. Al werkt hij langzaam, hij weet wat hij doet en hij kan er daarom andere dingen naast doen, zoals naar de radio luisteren, een droevig liedje zingen, een gesprek voeren met zijn schildersmaat Enrique Gran.

Het wordt steeds meer winter en dat versnelt het tempo van de film. Het schilderen wordt een race tegen de tijd. Het gaat regenen en stormen. López schildert door onder een plastic overkapping. Als de zon zich bijna helemaal niet meer laat zien, geeft hij het op. Hij verruilt het schilderij voor een tekening en concentreert zich op de vorm. Maar ook die verandert. De kweeperen zijn in december overrijp. Tegenover een Chinese bezoekster onthult López het geheim van de streepjes. Met behulp van de witte lijnen kan hij zien hoe de vruchten van plaats veranderen. Door hun gewicht zakken ze steeds verder naar beneden.

De tijd heeft de boom een ander aanzien gegeven. Voor de tekening af is, zullen de vruchten gevallen zijn. Maar ook de ingrepen van López hebben de boom veranderd. Tekening en werkelijkheid verwijderen zich steeds verder van elkaar. Want López is niet van plan zijn ingrepen vast te leggen. Op dit moment in de film loopt de argeloze kijker, toch nog plotseling, in de val die Erice voor hem heeft opgezet: het daagt dat er hier niet een, maar twee kunstenaars aan het werk zijn. Want ook de filmer moet deze werkelijkheid beïnvloeden. Waar is zijn apparatuur, waar zijn zijn helpers, waar is zijn stem, zijn gezicht? Wie heeft ons al die kalme, intense beelden geleverd, die razendsnelle opeenvolging van schilderijen, doeltreffend van kader, passend van kleur, rijk aan ritme?

Erice krijgen we niet te zien, maar in het laatste deel van de film verschijnt wel de camera in beeld. De poten van het statief raken de spijkers die de schilder voor zijn voeten in de grond heeft geslagen. Die schilder heeft zijn schilderij en zijn tekening dan al in de kelder opgeborgen. Waar de schilder faalde, slaagde de filmer. Triomfeert de camera dus over het penseel, de cinema over de schilderkunst?

Victor Erice schudt het stof van vragen die al zo oud zijn dat het bijna ongepast is ze nog eens te stellen. Waartoe dienen realistische schilderijen nog sinds de uitvinding van de fotografie? López zegt al voordat hij de strijd heeft opgegeven dat het resultaat van zijn arbeid voor hem niet zo belangrijk is. Hij vondt het gewoon prettig een paar maanden in de nabijheid van de boom door te brengen. Maar dat is een beetje een dooddoener.

Tussen film en beeldende kunst bestaan grote verschillen. De filmer kan het verstrijken van de tijd veel makkelijker weergeven dan de schilder. Maar de schilder kan weer andere dingen. Hij kan bijvoorbeeld proberen de tijd samen te ballen, de kweeperen voor één eeuwig moment te laten gloeien in gouden licht.

Erice eindigt de film dan ook niet met de spottende triomf van de camera. Vrouwen schudden de vruchten van de boom en gaan er jam van maken; de werkelijkheid bestaat niet alleen om hem af te beelden. Ook de Poolse bouwvakkers proberen een van de vruchten; nu er zoveel over hun uiterlijk te doen is geweest, zal de smaak ook wel bijzonder zijn.

En López? Hij loopt het huis binnen en gaat op een bed liggen. De schilder is model geworden. Zijn vrouw, Maria Moreno, maakt een portret van hem. Terwijl Moreno schildert, valt López in slaap. Ook zijn droom over het vangen van het licht krijgen we te zien.

De film eindigt weer met de kweepereboom op de binnenplaats, ditmaal in de lente. Tegen die tijd zal López wel weer van schilder in model zijn veranderd. Hij kan een nieuwe poging wagen. Maar dat lijkt niet van belang. El Sol del Membrillo is een wat kille film. Deze werkelijkheid, deze kweepereboom op deze binnenplaats, moet in ieder geval de tweede kunstenaar, de filmer, koud hebben gelaten. De boom is bij Erice nooit zichzelf, hij is slechts uitgangspunt voor een verstandelijke exercitie, hoe poëtisch die soms ook in beeld is gebracht.

NRC Webpagina's
1 JUNI 1996


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)