F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
Voortkabbelen in een naamloos Oost-EuropaPIETER KOTTMANOngetwijfeld heeft de Belgische cineaste Chantal Akerman voor haar twee uur durende film D'est slechts een gering deel van haar opnamen gebruikt. Omdat het onderwerp zoiets grenzeloos is als sfeer, kwam natuurlijk ieder tafereel, ieder wapperend gordijn, ieder gezicht, gebouw, dier of vergezicht in beginsel in aanmerking vastgelegd te worden. Alles kan voor een zo sterk van de montage afhankelijke, scenarioloze film als D'est onmisbaar blijken te zijn. Akerman heeft het, onder invloed van de politieke veranderingen, verdwijnende Oost-Europa willen vastleggen. Zij doet dat louter registrerend, commentaarloos, grotendeels muziekloos en zonder ondertiteling. Slechts uit de begeleidende informatie blijkt, dat de reis in 1992 van de voormalige DDR via Polen en de Baltische kust naar Moskou gevoerd heeft. De kijker herkent een naamloos Oost-Europa. Details zijn het enige houvast. Aanwijzingen dat het ene belangrijker is dan het andere zijn er niet.
Ondanks de onbestemdheid van Akermans benadering hoort de film een doel
te dienen. Juist een film als deze hoort meeslepend te zijn, het is de
enige manier waarop de maakster een emotie kan oproepen. Het getoonde
moet weemoed en nostalgie teweeg brengen, een zekere afkeer misschien ook
en vertedering. Heel soms gebeurt dat, maar over het algemeen kabbelt de
film voort van platteland naar stad, van zomer naar winter, van de ene
rij gebontmutste wachtenden naar de andere, van stationshal naar
boerenschuur, van zomaar een woonkamer naar zomaar een keuken. Akerman
had de totale vrijblijvendheid van haar uitgangspunt in de montagekamer
om moeten zetten in onverbiddelijke onvermijdelijkheid: dit en niets
anders. In plaats daarvan toont ze beelden die, als zij al geen
cliché zijn, de blik onvoldoende richten om te fascineren.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |