F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
Een koopvrouw in peperdure stoffenJOYCE ROODNATDesperate Remedies begint en maakt direct een ouderwets Italiaans operagevoel los. De muziek, gecomponeerd door Peter Scholes, klinkt naar Verdi. De regie maakt van de golvende mensenmassa een koor, ook al zingt er niemand een noot. De vrouw in het rood, verheven boven het gepeupel, rijk in haar crinoline maar beslist geen dame, is de sopraan, met haar jachtige bewegingen, de gehandschoende hand, de hoed met de voile, de nadruk op haar blik die gretig kleeft aan een armoeiïg geklede jonge man die met schroei-ogen terug tuurt. Alles wat we zien is excessief en een opmaat naar iets Groots, iets Hartstochtelijks, iets Noodlottigs zelfs. Wanneer de laatste beelden van de film majestueus zijn vergleden (als wegstervende accoorden), is de vrouw alles kwijt wat haar dierbaar was, heeft ze de liefde verkwanseld ten gunste van mensen die dat niet waard waren en kwam er niet een van haar plannen uit. Maar ze won haar eigenwaarde en ze vond zichzelf. Niets is alles, leerde ons Verdi's La Traviata. Stewart Main en Peter Wells, de cineasten uit Nieuw-Zeeland die samen Desperate Remedies schreven en regisseerden, situeerden hun verhaal in een denkbeeldige 19e-eeuwse Engelse kolonie. Louche gelukszoekers en gearriveerde zakenlieden zijn tot elkaar veroordeeld, strenge fatsoensnormen en conventies gaan hand in hand met alledaagse verkniptheid, grote rijkdom en diepe armoe haken elkaar pootje, en een vrouw kan, anders dan in haar moederland, een man in zaken zijn en vrouw blijven in haar persoonlijk leven. Main en Wells creëren met grote gebaren een theatrale, kleurrijke wereld. Extreme groothoeklenzen en consequent kunstmatig, in de studio gemaakt licht (door cameraman Leon Narby) roepen een vervreemde realistische wereld op, ongeveer op de manier van de zogenaamde wilde tuin die er wel natuurlijk uitziet, maar die tegelijkertijd onmiskenbaar, graspol na struik, werd aangelegd. Men leeft in decors, gaat gekleed in kostuums, spreekt niet in dialogen maar werpt elkaar gearticuleerde literaire zinnen toe die rechstreeks afkomstig lijken uit Victoriaanse romans: ,,Your wit is uncommonly sharp, mrs. Cooper''. Centrum van de film is een geslaagd koopvrouw in dure stoffen. Deze stoffenhandelaarster experimenteert met de toepassingen van de liefde: liefde als macht, als redding, als zakelijke overeenkomst, als seks, als hartstocht, als aberratie. Uiteindelijk neemt zij de liefde voor wat zij is: als liefde.
De regisseurs verklaren zich openlijk schatplichtig aan Verdi, roepen zelfs zijn hulp in door gedeelten van zijn La Forza del Destino hun filmmuziek te laten verdringen. Waarom vonden ze het niet voldoende? Ze bedierven hun film deels door naast Verdi andere goden aan te roepen, met name de filmsater Peter Greenaway. Vooral de melodramatische, orgiastische scènes en de aan zijn componist Michael Nyman herinnerende muzikale intermezzo's, leggen een verband met zijn aanpak - en deze Nieuwzeelandse variant toont onbedoeld hoe moeilijk het is wat Greenaway doet en hoe knap hij kan filmen. Zover als Greenaway durft of kan het duo niet gaan. Wat er dan overblijft is wat braaf gedartel dat alleen schokkend, ziek, pervers en erotisch is omdat ze duidelijk willen dat wij dat vinden.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |