F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
De vanzelfsprekendheid van een zelfvernederende liefdePIETER STEINZ,,Verliefde mensen moeten niet met elkaar samenleven,'' zegt een van de hoofdpersonen van Carrington, het regiedebuut van de toneel- en scenarioschrijver Christopher Hampton. ,,Ze zijn al snel niet meer verliefd, of ze maken elkaar stapelgek.'' Carrington is een film over de ongewone, bijna-platonische liefdesrelatie van de biograaf Lytton Strachey, schrijver van de baanbrekende studie Eminent Victorians (1918), en de schilderes Dora Carrington. Strachey was een vooraanstaand lid van de literair-culturele Bloomsbury Group, en een praktiserend homoseksueel. Carrington was een onconventionele tomboy die zich bij voorkeur niet wilde binden, en die van de mannen in haar leven hetzelfde verwachtte. Dat leidde tot een (zeker in het Engeland van na de Eerste Wereldoorlog) unieke situatie: Carrington sloot een open huwelijk met Ralph Partridge en ging wonen in het huis van Strachey; ze hield van Strachey, maar zocht seks bij andere mannen. Strachey was verliefd op Ralph, en Ralph was een rokkenjager. ,,In wat voor wereld leven we?'' vraagt Strachey zich in de film retorisch af. ,,Women in love with buggers, buggers in love with womanizers.'' Zedelijke vrijmoedigheid in de jaren twintig - het is een perfect onderwerp voor Christopher Hampton, schrijver van het met een Oscar bekroonde scenario van Dangerous Liaisons (1988), over de seksuele kat-en-muisspelletjes van twee achttiende-eeuwse Franse aristocraten. Voor Carrington baseerde Hampton zich op de in de jaren zestig geruchtmakende Strachey-biografie van Michael Holroyd; hij schreef een scenario in zes episoden, waarin de zeventien jaar durende relatie tussen Carrington en Strachey chronologisch wordt verteld. De nadruk ligt op de concieze dialogen, die in de film tot leven worden gebracht door Emma Thompson, als een impulsieve, vroegwijze Carrington, en Jonathan Pryce, die voor zijn subliem-nichterige, op-en-top Engelse Strachey in Cannes de prijs voor de beste acteur won. Het spel van Thompson en Pryce geeft de 'zelfvernederende liefde' van Carrington voor Strachey de benodigde vanzelfsprekendheid. ,,Ik ben je pennelap,'' zegt Carrington wanneer ze als een sloofje de schrijvende Strachey van thee voorziet; een eigenaardige opmerking uit de mond van zo'n vrijgevochten vrouw, maar begrijpelijk voor wie de twee geliefden langzaam maar zeker naar elkaar toe heeft zien groeien. Het ligt dan ook niet aan de acteurs dat Carrington de aandacht niet de volle twee uur vasthoudt. De prestaties van Thompson en Pryce, en van Steven Waddington als Ralph, worden naar de achtergrond gedrongen door wat je het National Trust-syndroom van de regisseur zou kunnen noemen. Net als Ivory en Merchant, de makers van internationaal succesvolle 'heritage films' als A Room with a View en Howards End, verlustigt Hampton zich in de schoonheid van het Engelse landschap en het stijlgevoel van de vooroorlogse upper classes. Het resultaat is een bombardement van mooie plaatjes - zonovergoten heuvels, herfstige lanen, Georgian houses, aristocratische tuinfeestjes - die zeker in combinatie met de zwaar aangezette filmmuziek van Michael Nyman (de huiscomponist van Peter Greenaway) pompeus en kitscherig zijn. Er zitten bijzondere scènes in Carrington. Een goed voorbeeld is de genadeloos in beeld gebrachte 'silly dance' op een society-feestje in 1918 die Strachey verleidt tot de sarcastische opmerking dat ,,duizenden jongens dagelijks sterven om dit in stand te houden.'' En ontroerend is het langgerekte shot van het landhuis van Strachey op een zomeravond: vanuit het perspectief van Carrington, die buiten in het donker zit, gaat de camera één voor één de verlichte ramen langs, zodat we in silhouet te zien krijgen hoe de bewoners en hun gasten in koppels naar bed gaan. Als uiteindelijk Strachey een jonge bewonderaar meeneemt naar zijn kamer, is de hunkering en de eenzaamheid van Carrington voelbaar.
Toch wegen de geslaagde delen van Carrington naar mijn smaak niet op tegen Hamptons exploitatie van merry old England en de wijdlopigheid waarmee het op zichzelf bijzondere liefdesverhaal wordt verteld. Alleen een verstokte anglofiel zal tot het einde toe geboeid blijven.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |