F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
Een Indiase wraakgodinPIETER KOTTMAN'Godin der bloemen' werd ze genoemd en het kon niet anders dan dat haar levensgeschiedenis verfilmd zou worden. Phoolan Devi, de meest bewonderde en mysterieuze misdadigster van India, leverde zich in 1983 onder voorwaarden uit aan de politie. Ze verdween zonder vorm van proces in de gevangenis, waaruit ze vorig jaar ontslagen werd, dank zij het aantreden van een regering van lagere kasten in de deelstaat Uttar Pradesh. Op basis van haar dagboeken en gesprekken met Devi zelf en met haar familieleden en andere betrokkenen schreef de Indiase journaliste Mala Sen in opdracht van de BBC een scenario, dat onder de titel Bandit Queen verfilmd werd door de ook al Indiase regisseur Shekhar Kapur. Devi vocht de film aan, waardoor het lange tijd onzeker was of hij daadwerkelijk uitgebracht kon worden. Deze week was Bandit Queen al te zien op het Film Festival Rotterdam, waar hij veel publiek trok en hij gaat nu in bioscooproulement. Devi's verhaal is bloedstollend. Behorend tot de laagste kaste, de Mallahs, werd zij op elf-jarige leeftijd voor een koe en een oude fiets uitgehuwelijkt aan een twintig jaar oudere man. Ze wordt door hem prompt mishandeld, zoals veel vrouwen in India, maar zij laat het er niet bij zitten en vlucht. Deze ongehoorde daad van rebellie is het begin van een vogelvrij bestaan, dat haar bij een bende doet belanden. Ze ontmoet er haar grote liefde Vikram Mallah, die de bendeleider doodschiet als hij haar in het openbaar verkracht. Later wordt Vikram gedood door twee broers uit een hogere kaste, die Devi meevoeren naar hun dorp. Daar wordt ze het slachtoffer van een massa-verkrachting. Ze zweert wraak en schiet anderhalf jaar erna samen met de bende, waarvan ze de inmiddels legendarische leidster is, twintig dorpelingen dood. Het is de legende Phoolan Devi die in Kapurs groots opgezette, epische film geen recht wordt gedaan. Hij vertelt in de eerste plaats het verhaal van een wraakgodin, met alle even gruwelijke als sensationele details. Onuitgewerkt blijven de redenen van haar immense populariteit, die uiteraard verband houden met het kastesysteem en met de positie van de Indiase vrouw. Op het landschap en andere uiterlijkheden na, valt van India bitter weinig te bespeuren. Ter verklaring van haar faam suggereert Kapur hooguit, en naar het schijnt ten onrechte, dat Devi een Robin Hood was, maar ook die gemakzuchtige interpretatie blijft beperkt tot het uitdelen van enige buit en tot een aai over de bol van een kind. Als van een politicus op verkiezingscampagne.
Wat ontbreekt is de antropologische dimensie van het verhaal, dat zichtbaar per se een grote publieksfilm moest opleveren. Daarom zijn er ronduit sentimentele liefdesscènes opgenomen en worden de passages met verkrachtingen, geweld, rooftochten en het relaas over de manier waarop Devi in de bergen tracht te overleven als de politie haar op de hielen ziet, langdradig en monotoon. De film draait om het causale verband tussen vernedering en wraak - maar dat verband is zo snel duidelijk, dat het verlangen naar nadere analyse en iets essentiëlers dan alleen maar oppervlakkige buitenkant groot wordt. Aan die behoefte voldoet Kapur niet en zo kan het gebeuren dat een in India opgenomen en door Indiërs geschreven, geregisseerde en gespeelde film het niveau van de kitsch nauwelijks ontstijgt.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |