F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
Beauvoir verfilmen gaat zelden goedHANS BEEREKAMPAan verfilmingen van Simone de Beauvoir hebben niet veel regisseurs en scenaristen zich gewaagd. Het is immers geen eenvoudige opgave om de anekdote van een van haar romans te overstijgen en iets voelbaar te maken van de filosofische laag. Een gerenommeerd filmauteur Claude Chabrol slaagde bij voorbeeld niet in die opdracht en gleed in 1976 danig uit over een sterke versimpeling van Le sang des autres (De anderen). We moeten Ate de Jong, de Nederlandse regisseur van All Men Are Mortal, een Engels-Nederlands-Franse coproduktie naar De Beauvoirs Tous les hommes sont mortels (1946), nageven dat hij zich niet tot een gekostumeerde liefdesgeschiedenis heeft willen beperken. Het scenario dat De Jong schreef met Steven Gaydos en Olwen Wymark probeert juist heel diepzinnig te zijn, maar intellectualisme ligt De Jong niet zo erg. Integendeel, zijn beste films, eenvoudige genre-oefeningen als Highway to Hell en Drop Dead Fred, maakte hij in Amerika, in de marge van Hollywood. All Men Are Mortal is een typisch Europese coproduktie. Acteurs uit Frankrijk (Irène Jacob uit La double vie de Véronique), Ierland (Stephen Rea uit The Crying Game), Duitsland (Marianne Sägebrecht uit Bagdad Café) en Nederland (Derek de Lint uit De Jongs debuutfilm Blindgangers) vertolken in Boedapest, dat voor het naoorlogse Parijs moet doorgaan, in het Engels Franse personages. Net als in Orlando, een alleen al door haar onmiskenbaar Engelse identiteit beter gelukte Europese coproduktie waar Matthijs van Heyningen bij betrokken was, is een van de hoofdpersonen (Fosca, gespeeld door Rea) een onsterfelijke edelman, die door de eeuwen heen begeerd wordt. Van die andere eeuwen blijkt in deze film weinig; op de tijdloosheid van het personage wordt alleen gezinspeeld in de theater- en filmambities van de andere hoofdpersoon, de actrice Regina (Jacob). De Jong lijkt duidelijk te willen maken dat dat ook een manier is om onsterfelijk te worden.
Overwegend is All Men Are Mortal een wezenloze allegorie over twee
tamelijk vervelende personages, omringd door allerlei slecht uitgewerkte
bijrollen. Aan het uiterlijk van de film is veel zorg besteed, door
vakmensen als cameraman Bruno de Keyzer, kostuumontwerpster Jany Temime
en art director Ben van Os. Zulke inspanningen dienen geen enkel nut,
wanneer de regisseur niet weet waar hij mee bezig is. Zo werd All Men
Are Mortal de tweede dure Europese coproduktie van een Nederlandse
regisseur in een jaar tijd over een tragische, onsterfelijke figuur met
een topzware vorm en een povere inhoud. Alleen was De Vliegende
Hollander in vergelijking met All Men Are Mortal een heldere, en veel
persoonlijker film.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |