F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
Drie jonge, goede mensen op stap in het gevaarlijke AfrikaJOYCE ROODNATZe worden al jaren niet meer gemaakt: de grootse avonturenfilms voor de jeugd. De televisie is in veel opzichten een onoverwinnelijke concurrent geworden en bovendien lijken jongeren niet langer geïnteresseerd in de belevenissen van leeftijdgenoten onder barre omstandigheden. Tot zo'n dertig jaar geleden maakten de Walt Disney Studio's, thuis voor familie-amusement, behalve met hun animatiefilms, ook geschiedenis met hun ruim opgezette avonturenfilms. Nu komt uit diezelfde hoek A Far Off Place, daartoe ongetwijfeld aangestookt door co-producent Amblin Films. Want dat is de produktiemaatschappij van Steven Spielberg. Spielberg en de zijnen zijn, behalve commerciele genieën, filmgekken met een voorkeur voor nostalgisch amusement. Het resultaat is weliswaar ontleend aan twee romans voor volwassenen van Laurens van der Post (A Story like the Wind en A Far Off Place), maar liep uit op een verrukkelijke vorm van kinderescapisme. Die wordt onuitstaanbaarder naarmate je als kijker verder verwijderd bent van de 16 jaar, omdat hij rechtstreeks appelleert aan alle hang naar romantiek, exotisme, heroïek en mystiek die de jongere puber besluipt als hij of zij maar enigszins een hart heeft. De slechterikken zijn duidelijk afgebakend - de geldbeluste, wrede olifantenstropers - de goeden zijn drie jonge mensen: een meisje van een jaar of vijftien dat opgroeide in het olifantenreservaat in Botswana, op de idealistisch geleide ranch van haar vader, een 16-jarige Newyorker die met zijn familie op bezoek is en Xhabbo, een jonge Bosjesman. De stropers moorden de blanke familie uit. Door hen nagezeten slaat het drietal op de vlucht, op weg naar de dichtstbijzijnde stad. Die ligt tweeduizend kilometer verderop, aan de andere kant van de Kalahari-woestijn. Je bent gek, dat redden we nooit, zegt de Newyorker. Xhabbo wijst erop dat de wind constant de woestijn oversteekt, en 'wat de wind kan, kunnen wij ook'. Uiteraard redden ze het en wij zien hoe dat lukt, al wordt er, zoals dat hoort in films als deze, met de waarschijnlijkheid duchtig de hand gelicht. Hoe houden ze koers? Hoe blijven kun kleren relatief zo ongeschonden, hoe ontkomen ze aan een zonnesteek en ander lichamelijk ongemak? De antwoorden worden niet gegeven, de vragen niet gesteld, want het gaat alleen om de drie jongen mensen en hun saamhorige inspanning. Elk heeft zijn eigen kwaliteiten: het meisje is praktisch, daadkrachtig en sterk, de Newyorker beschikt over onbehouwen humor en over de trucs van de grote stad die ook in de woestijn hun dienst blijken te bewijzen en de Xhabbo zorgt niet alleen voor eten en drinken maar ook voor de spirituele voeding.
Het goede van A Far Off Place is de degelijkheid waarmee de film werd aangepakt. Het verhaalverloop is zo simpel, de vormgeving zo geromantiseerd als een aflevering van een ouderwetse televisieserie (in dit geval Daktari) maar ook zo onontkoombaar van sentiment. Er werd zo authentiek mogelijk gewerkt. De acteurs zijn jong, geen verjeugdigde volwassenen, en spelen uitnemend. Plaats van handeling is Afrika, en er werd daadwerkelijk in Zimbabwe en Namibië gefilmd. Zoiets voel je, zodra je in de eerste shots gnoe's, antilopes, zebra's, olifanten en -fantjes ziet staan drinken. Zoiets zindert door wanneer je de personages ziet scharrelen door savannes en gerichelde zandvlaktes.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |