U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    F I L M A R C H I E F  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE

  OUDE NUMMERS  
  FILMARCHIEF  
  DOCUMENTATIESERVICE  

T I T E L : Tu ridi
R E G I E : Paolo en Vittorio Taviani
M E T : Antonio Albanese, Sabrina Ferilli, Luca Zingaretti, Turi Ferro, Lello Arena, Steve Spedicato

Paolo en Vittorio Taviani blijven schitterende verhalenvertellers

De troost van Rossini en Galilei

Door HANS BEEREKAMP
Tijdens filmfestivals wordt altijd halsreikend uitgekeken naar wat nieuw en anders is. Daarom viel vorig jaar in Venetië Tu ridi een beetje tegen: de broers Paolo en Vittorio Taviani hadden waarachtig wel betere films gemaakt, en de vergelijking met hun Kaos (1984), eveneens gebaseerd op personages uit de Siciliaanse novellen van Pirandello, kon Tu ridi al helemaal niet goed doorstaan. In een gewone Nederlandse bioscoopweek in september spelen dit soort overwegingen een minder grote rol. Dan kom je toch weer onder de indruk van het onveranderde vermogen van de Taviani's om pregênante beelden en geluiden te creëren, om paradoxale personages te verzinnen, om fantastische verhalen te vertellen.

Tu ridi is een tweeluik, waarvan het tweede deel bestaat uit een raamvertelling en een lange flashback naar honderd jaar eerder. Er was oorspronkelijk nog een derde deel, met Omero Antonutti (Padre padrone) in de rol van Luigi Pirandello. Dat werd wel opgenomen en gemonteerd, maar niet gebruikt in de definitieve versie.

Beide verhalen in Tu ridi, die respectievelijk Felice en Due sequestri heten, gaan over een voornemen tot een gewelddadige dood: een zelfmoord en een moord. De kijker wordt tot op het laatste moment in spanning gelaten, of het noodlot onontkoombaar zal blijken. Een schlemielige, als boekhouder van de opera werkzame ex-bariton in het fascistische Rome ziet geen andere uitweg dan de zee inlopen, wanneer hij ontdekt heeft wat de droom is waar hij elke nacht zo bulderend om moet lachen. En het jongetje, dat in het moderne Sicilië gegijzeld wordt door de mafia om te verhinderen dat zijn vader geheimen onthult aan de politie, wordt bedreigd door hetzelfde lot als de dorpsdokter die aan het einde van de negentiende eeuw door bandieten ontvoerd werd om een losprijs. Alle drie de potentiële slachtoffers, de boekhouder, de gijzelaar en de dokter, vinden troost in kunst en wetenschap. De bariton zingt nog een keer zijn glansrol uit een opera van Rossini, het jongetje leert via een cd-rom de fijne kneepjes van Giotto en de dokter verlicht zijn analfabetische ontvoerders met de inzichten van Galilei.

En de Taviani's bieden de kijker troost met miniatuur-observaties van landschappen, van de zee, van een dansende man aan een bar, van stadspanorama's en door de camera van Giuseppe Lanci gestreelde gevels, van een zware steen. De dood mag een gegeven zijn, de cultuur en het humanisme zijn onsterfelijk. Ook deze film bevat weer enkele beelden die je nooit meer vergeet, zoals de woeste motoriek van de maffiabewaker in een absurde dans met de dood, of de potsierlijk afzakkende tulband van een operazanger. De echte slachtoffers zijn de personages die nooit gelachen, gezongen of gedanst hebben, of de mensen die niet kunnen genieten van de eenvoudige schoonheid van een Taviani-film, ook al is die minder robuust dan Kaos of La notte di San Lorenzo.

NRC Webpagina's
15 SEPTEMBER 1999


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)