F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
Een overbodige en fletse literatuurverfilmingDoor HANS BEEREKAMPDe grootste verdienste van Gerrit van Elsts verfilming van A.F.Th. van der Heijdens in 1990 verschenen roman Advocaat van de hanen is een neveneffect. Via de ingewikkelde omweg van een literatuurverfilming bestaat er nu dan toch een film, die een onafhankelijke - zowel fictieve als aannemelijke - visie ontwikkelt op de dood van kraker Hans Kok in een Amsterdamse politiecel in 1985. Behalve de partijdige semi-documentaire In naam der wet van Barbara den Uyl was er ooit het plan van Pieter Verhoeff om een speelfilm te wijden aan die absurde episode uit de recente vaderlandse geschiedenis. Dat plan leed schipbreuk op tegenwerking uit de kraakbeweging; ook de opnamen voor Advocaat van de hanen werden verstoord door de geestelijke erfgenamen van martelaar Kok, maar Matthijs van Heijningen wist het onheil af te wenden door de - nagekomen - belofte een pamflet met hun bezwaren tegen de film aan het slot te projecteren: onleesbaar, als om de futiliteit en de lafheid van het compromis te onderstrepen. Als documentatie van de sfeer uit die dagen, van de verwende onverzettelijkheid van de krakers en van de onbeholpen doofpotpolitiek van de autoriteiten, voldoet Van Elsts film uitstekend, mede door de gedetailleerde reconstructie van uiterlijkheden. Met de sublieme roman van Van der Heijden heeft de film minder gemeen. Keurig zet het scenario van de regisseur en van Kitty Verrips de hoofdlijnen van de anekdote in de grondverf. De - als type ook zeer herkenbare - voormalige sociale advocaat Ernst Quispel (Pierre Bokma) belandt tijdens zijn jaarlijkse drinkgelag in een politiecel tegenover de stervende kraker en besluit vervolgens na veel aarzeling om zijn carrière en zijn huwelijk op te offeren aan het dienen van de waarheid. Voor Van Elst, ooit lid van het geëngageerde filmcollectief Het Amsterdams Stadsjournaal, is vooral het eerdere verraad van Quispel aan zijn idealen relevant; dat moet haast wel leiden tot schuldgevoel, desintegratie en, gelukkig, een duur betaalde katharsis. Op z'n zachtst gezegd is dit een armoedige en eenzijdige samenvatting van de roman, die immers een veel breder kader heeft.
Het thema van het politieke verraad en de erop volgende boetedoening is
ook een mager alibi om deze film te willen maken. Hoewel het in vakmatig
opzicht een heel respectabele onderneming is, kan er moeilijk iets
anders in gezien worden dan de overbodige verfilming van een literaire
bestseller. De fletsheid van het concept vertaalt zich ook naar de
keurige, haast nooit enige emotie oproepende vormgeving. Zoals in elke
film, is er ook een uitzonderlijk goed geslaagde scène. Het
betaalde rendez-vous van Quispel met een zich voor hem masturberend
tienermeisje is opmerkelijk spannend en intens gefilmd; tezamen met de
gerechtigheid dat een van de weinige dramatische gebeurtenissen in
Nederland van na de oorlog een filmische interpretatie heeft gekregen,
is dat nog te weinig bestaansgrond.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |